Alde Maaie ( oude mei = 12 mei) was vroeger de dag dat er verhuisd werd. Overal in Friesland zag men die dag mensen langs de wegen trekken met karren vol huisraad: de pachtboer onderweg naar zijn nieuwe boerderij, de arbeider onderweg naar zijn nieuwe baas. “Alde Maaie”is de aanduiding van 12 mei als de dag dat er contracten en huwelijken gesloten werden. Betrekkingen met een baas werden steeds voor een vol jaar aangegaan, tegen een vooraf overeengekomen jaarloon.
Van oudsher liep in het noordwesten van Europa het jaar van 1 mei tot en met 30 april. Dat betekende niet alleen dat op 1 mei het nieuwjaar, het meifeest, werd gevierd maar een langlopend contract zoals huwelijk of een betrekking bij een baas begon ook bij het begin van het nieuwe jaar.
Nu was het op het eind van de 17e eeuw al lang niet meer zo dat het kalenderjaar op 1 mei begon , maar de knechten werkten nog altijd tot 1 mei bij de baas of tot aan “de Maaie” zoals men zei. Het was nooit een probleem geweest om het zo te laten zoals het altijd was geweest en het kon ook niet anders omdat het contract en het afgesproken jaarloon altijd voor een jaar was. En zou men als enige het anders doen, dan kon men na afloop van het contract geen andere baas of andere knecht vinden.
Toen echter de Gregoriaanse kalender in Friesland werd ingevoerd in het begin van 1701 werd de kalender 11 dagen opgeschoven (daarvoor hadden we in Friesland nog de Juliaanse kalender). Op 31 december 1700 volgde 12 januari 1701. De oude 1 mei werd nu plotseling 12 mei. Omdat de bestaande jaarcontracten 365 dagen waren , werd 12 mei het moment ( de dag) waarop contracten afliepen en opnieuw gesloten werden.
De nieuwe 1 mei werd de feestdag “Nije Maaie” en de 12e mei kwam bekend te staan als de “Alde Maaie” Tot in de 20e eeuw was het gebruikelijk dat arbeiders op de alde maaie begonnen te werken bij hun nieuwe baas. Tegenwoordig heeft het begrip geen betekenis meer; maar is bij de ouderen (nog) wel bekend.
Daarnaast komt in oude akten ook St.Petri ( Petry) voor als een datum waarop landerijen vaak van pachter wisselden. Op St. Petri ( St. Pieter eigenlijk 21 febr., maar na de omschakeling 5 maart) was er nog tijd genoeg om de boel te ploegen en nog tijd genoeg voor het moment van zaaien. Ook het begrip St. Jacobi ( naamdag = 25 juli) komt voor in oude koopakten. Een voorbeeld is te vinden in een advertentie in de Leeuwarder Courant van 1826 waar een verkoop wordt aangekondigd door Notaris A.R. Attema te Wolvega van een boerenzathe met landerijen en bos e.a. in Sonnega en Oldetrijne ; waarin data worden genoemd van St. Petri, 12 mei en St. Jacobi.
JB